Ik ben Otje. Otje de otter. Ik woon aan de oever van een heel groot water. Soms is het daar niet pluis. Dat komt door Janus de stroper. Hij houdt niet van otters
In het park zit een man op een bankje. Hij vertelt dat hij twee jongens zag. Ze stonden te smoezen bij een prullenbak. Teun en Tessa willen er meer van weten.